Implantologie

Een implantaat is een schroef in titanium of zirconium die in het kaakbot geplaatst wordt. Deze ingreep gebeurt onder lokale verdoving in de tandartsstoel, zoals bij een tandvulling of het verwijderen van een tand.  Na een integratieperiode kunnen deze kunstwortels gebruikt worden om verloren tanden te vervangen.  Dit kan gaan van één-tands vervanging, tot een volledige mond.

Tijdens een eerste consultatie wordt uw specifieke situatie bekeken. Hierbij hebben we oog voor uw algemene gezondheid (medicatiegebruik, allergieën, rookgedragen,…) maar ook voor uw gebitssituatie.  Een 3-D röntgenopname (Cone Beam CT-scan) is onontbeerlijk om het botvolume te kunnen opmeten, en zo de complexiteit van de behandeling te kunnen voorspellen.  Afhankelijk van het aanwezige bot – of de afwezigheid ervan – kan botreconstructie noodzakelijk zijn, dmv eigen bot of kunstbot. Al deze factoren worden besproken en geïmplementeerd in een behandelplan, dat ook verder met de tandarts overlegd wordt.

Vervanging van één tand

Wanneer één tand verloren gegaan is, dan is de plaatsing van één implantaat een mogelijke optie om deze te vervangen. Het implantaat wordt in het kaakbeen geplaatst ter vervanging van de wortel van de vroegere tand. Na een integratieperiode van drie tot zes maanden kan de tandarts een nieuwe kroon plaatsen op het implantaat. Door met een implantaat te werken, moeten de buurtanden niet omslepen worden (zoals bij een conventionele brug), waardoor deze tandvervanging vaak de voorkeur verkiest bij gave buurtanden.

Vervanging van meerdere tanden

Indien meerdere tanden verloren zijn, kan een brug gemaakt worden op enkele implantaten. Het is niet nodig om per tand een implantaat te plaatsen.

Vervanging van alle tanden

Patiënten die volledig tandenloos zijn en een volledige (uitneembare) prothese dragen, hebben vaak als klacht dat deze prothese verschuift bij het praten en eten, of neigt om uit te vallen. Dit is vervelend vanuit functioneel en sociaal standpunt.

Om alle tanden te vervangen en het comfort te verhogen, kan gekozen worden voor een overkappingsprothese of een vaste brug op implantaten.

Bij een overkappinsprothese worden afhankelijk van de situatie twee tot zes implantaten geplaatst. Door middel van een kliksysteem blijft de prothese goed op zijn plaats zitten. Doordat de prothese nog uitgenomen kan worden, is de mondhygiëne en het onderhoud van de tanden erg gemakkelijk. In de bovenkaak kan de verhemeltebedekking weggelaten worden. Hierdoor is de prothese niet alleen minder log en aangenamer in de mond, ook de smaak (warmtesensatie) wordt meer geapprecieerd.

Bij een vaste brug moeten vier tot acht implantaten geplaatst worden. Na integratie wordt hierop een constructie op vastgeschroeft. Deze kan niet uitgenomen worden, en komt het best overeen met natuurlijke tanden.